Aside

Transparantie als bron voor innovatie

 Transparantie wordt in het bedrijfsleven vaak geassocieerd met een maatschappelijke verplichting tot rapporteren aan de samenleving. Zowel het grote publiek als NGO’s, media en politiek willen steeds indringender weten waar producten vandaan komen, hoe ze worden gemaakt, wat de milieu-impact van bedrijven is, of er sprake is van verantwoorde arbeidsomstandigheden en hoe bonussen zijn geregeld.

Deze ontwikkeling is onvermijdelijk. Het heeft weinig zin je hier tegen te verzetten. Veel beter is het, om de roep om transparantie als een kans te zien. Een kans die leidt tot meer inzicht in de keten, tot onverwachte kostenvoordelen, tot nieuwe producten en tot nieuwe coalities. Aldus wordt transparantie een bron voor innovatie en versterkt zij de businesscase. Steeds meer bedrijven merken dat en voeren daar een actief beleid op. Voorbeelden zijn Unilever, La Place, DSM en Philips.

De vraag is hoe coöperaties op dit terrein scoren. Door de noodzaak zich permanent naar de leden te verantwoorden zijn coöperaties van nature open ondernemingen. Ook het feit dat coöperaties niet aan de beurs genoteerd zijn, maakt het voor hen gemakkelijker om over knelpunten en dilemma’s te communiceren. De vraag is of het open karakter van coöperaties zich ook vertaalt in hoge scores op transparantieranglijsten.

Een belangrijke ranglijst is de transparantiebenchmark van het ministerie van EL&I. Bij de samenstelling van deze lijst wordt gekeken naar thema’s als MVO-beleid, ketenverantwoordelijkheid, doelstellingen en resultaten op het gebied van milieu en arbeid, betrokkenheid van stakeholders, etc.

In 2010 was KPN de trotse winnaar, op de voet gevolgd door Philips en DSM. In de top 10 bevonden zich twee coöperaties, de financiële dienstverleners Rabobank en Achmea. Friesland Campina is op een 38e plek de volgende coöperatie op deze ranglijst. In de top 50 treffen we verder nog The Greenery en Cehave Landbouwbelang aan. Cosun is in 2010 de top 100 binnen gekomen. Voor het overige staan coöperaties op deze ranglijst of in de achterhoede of zij komen helemaal niet op de lijst voor. Al met al een
tegenvallende score.

Hoe zou dat komen? Ik zie twee mogelijke oorzaken. De eerste is dat veel coöperaties het belang van MVO nog niet voldoende erkennen. Men heeft op zich wel een open structuur, maar thema’s als ketenverantwoordelijkheid, milieu-impact en stakeholderdialogen krijgen bij bestuur en directie relatief weinig aandacht. De andere mogelijkheid is dat coöperaties wel veel informatie over dit soort onderwerpen hebben, maar dat men vergeet die op een adequate wijze te communiceren.

De eerste optie is zorgelijker dan de tweede. Maar in beide gevallen is er werk aan de winkel. Mijn vraag aan u is: hoe zit het bij uw coöperatie?

Is er een gedegen MVO-beleid waarin de relevantie van duurzaamheid, van sociale thema’s, van transparantie en stakeholderdialogen is vastgelegd en vervolgens wordt vertaald naar beleid, concrete doelen en actiepunten?

Succesvolle ondernemingen nemen grote maatschappelijke vraagstukken als grondstoffen- en energieschaarste, klimaatverandering, armoede en gezondheid steeds vaker als uitgangspunt voor hun strategische agenda. Bij een dergelijk beleid is een goed en actueel inzicht in alle hiervoor genoemde van MVO-aspecten een absolute voorwaarde. Door dat verhoogde inzicht leer je je eigen keten en je eigen bedrijfsprocessen beter begrijpen en ontstaan er kansen voor kosten- en risicoreducties, voor nieuwe innovaties en voor nieuwe samenwerkingspartners. Door die inzichten te delen met je belangrijkste stakeholders krijg je waardevolle feedback en verhoog je tegelijkertijd de ‘licence to operate’ van de onderneming.

Zou het toeval zijn dat transparante koplopers als Unilever, Eosta, Cono en La Place ook tot de meest innovatieve en succesvolle bedrijven in hun sector worden gerekend?

Nog geen reacties.

Laat een reactie achter