Kansen voor Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden

Overduidelijk is dat er een nieuwe wind waait op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Naast een reductie van het aantal partnerlanden is inmiddels ook gekozen voor  concentratie op een beperkt aantal thema’s. Voedselzekerheid is een van die thema’s. Voorts wordt aan bedrijven een grotere rol toebedeeld.

Intensivering van de inzet op voedselzekerheid is hard nodig. Het is al vaak herhaald: in 2050 zal de wereldbevolking gegroeid zijn naar 9 miljard mensen. Omdat deze mensen zich door toenemende welvaart ook een rijker dieet kunnen veroorloven, zal de voedselproductie in 30-40 jaar ongeveer moeten verdubbelen. Tegelijkertijd is er veel ongelijkheid in de mondiale voedselvoorziening. Terwijl ongeveer 1 miljard mensen honger lijden, lijden er ook 1 miljard mensen aan overgewicht.

Maar het mondiale voedselvraagstuk moet niet alleen gezien worden als een probleem. Het biedt ook kansen voor economische ontwikkeling. In Sub-Sahara Afrika, waar de voedselonzekerheid het grootst is, is het potentieel voor een duurzame uitbreiding van landbouwproductie ook het grootst. Dit potentieel wordt in toenemende mate door de landen zelf waar gemaak. Middels de Maputo verklaring hebben de meeste landen in de regio zich gecommiteerd aan het verhogen van de investeringen in de landbouwsector naar 10% van het BNP. Dit sluit aan bij de economische opleving in de regio. Over de afgelopen 10 jaar waren wereldwijd 6 van de 10 snelst groeiende economieën Afrikaans.

Betrokkenheid van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen bij deze ontwikkeling levert niet alleen winst op voor deze bedrijven zelf. Hun kennis, expertise en marktpositie leveren ook een grote bijdrage aan de landbouwontwikkeling in deze landen. Een goed voorbeeld hiervan is Eosta en haar dochter Nature &More. Eosta is samen met lokale partners enkele jaren geleden een joint venture begonnen voor de productie van fruit in Ghana. En Nature & More werkt aan verbetering van de bodemvruchtbaarheid in Ethiopie. Via de kennis en het netwerk van Eosta kunnen lokale bedrijven  een betere productie en meer aansluiting op de internationale markten realiseren.

Momenteel werkt MVO Nederland aan een programma voor een meer integrale ondersteuning en stimulering van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen door Nederlandse MKB-bedrijven in ontwikkelingslanden. Wij zien daar kansen die zowel de betrokken landen als de Nederlandse bedrijven ten goede komen. Via de recent door ons geintroduceerde IMVO vouchers kunnen we ook een financiele bijdrage leveren aan de ontwikkelingskosten die hiermee gepaard gaan. Het thema voedselzekerheid zal in dit nieuwe programma zeker een belangrijke rol spelen.

 

Deze blog verscheen op 10  mei 2012 in Berichten Buitenland

Één reactie op “Kansen voor Nederlandse bedrijven in ontwikkelingslanden”

  1. Ernesto Spruyt
    16 mei 2012 bij 21:11 #

    Hi Willem, mooie blog. Als iemand die veel ervaring heeft met grensoverschrijdende investeringssubsidies ben ik het roerend met je eens. Je schrijft: “Maar het mondiale voedselvraagstuk moet niet alleen gezien worden als een probleem. Het biedt ook kansen voor economische ontwikkeling.” En dus voor bedrijven. Het laten convergeren van maatschappelijke en zakelijke belangen (Shared Value) gaat de motor zijn achter het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken.

Laat een reactie achter