Vorig jaar was hij nog spreker bij de Kordesbijeenkomst, dit jaar werd hij vanwege het thema ‘Duurzaamheid’ gestrikt als jurylid: Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland. “Jureren doe ik wel vaker, maar wat deze competitie zo interessant maakte, was dat het om instellingen in de publieke sector gaat. Daar is nog een wereld te winnen op het gebied van MVO.”

Tijdens de bijeenkomst merkte u op dat u nog niet erg tevreden bent met de ‘oogst’. Is het zo slecht gesteld met duurzaamheid in de publieke sector?
“Dat vraag ik me af. We hebben natuurlijk gekeken naar hoe er – gestructureerd – over duurzaamheid wordt gerapporteerd, en dat is nog te weinig. De GRI-richtlijnen waren niet eens bekend bij de deelnemers. Maar dat wil niet zeggen dat er niets gebeurt op MVO-gebied. Volgend jaar kunnen veel organisaties dus zonder grote inspanningen beter scoren. Maar ik ben er nog niet zo zeker van dat er inhoudelijk net zo wordt gewerkt met de 3 P’s- People, Planet & Profit – als bij een aantal koplopers in het MKB en grootbedrijf, en dat is toch mijn referentiepunt.”

Waarom blijft de publieke sector op dat gebied achter?
“Tja, de kinderen van de schoenmaker lopen vaak op de slechtste schoenen. Misschien zijn de organisaties zich onvoldoende bewust van vernieuwing en van verantwoording daarover. Maar een ander punt – en daar kunnen de organisaties zelf weinig aan doen – is het sterk subsidie- en budgetgestuurde karakter. Er is minder marktprikkel om een goede afstemming te vinden tussen de drie P’s, terwijl MVO juist alles te maken heeft met goed ondernemerschap op de lange termijn. Dat is natuurlijk iets anders dan maximale winst. Verder is openheid belangrijk, niet alleen naar toezichthouders, maar naar een breed publiek. Bij de categoriewinnaars van de Kordescompetitie zie je die openheid al.”

Voor 2011 hebt u vanuit MVO Nederland als speerpunt de zorgsector gekozen. Waarom?
“In de Zorg zien we veel potentie, maar er gebeurt te weinig. Dat blijkt onder meer uit onderzoeken van derden, zoals Atos Origin. Vooral op het gebied van duurzaam inkopen is er nog veel verbetering mogelijk. Toen we tegen een organisatie aanliepen die zich op dat gebied wilde inzetten, kregen we een duwtje in de rug. We zijn zelf niet zo’n grote organisatie, dus zo’n duwtje is altijd welkom. We hebben al met 45 sectoren in de samenleving samenwerkingsverbanden opgezet om MVO te stimuleren. Nu zetten we zo’n samenwerking op met bedrijven die thuis zijn in de Zorg en relevante koepel- en belangenorganisaties. Er is dus voldoende animo in ons netwerk om in 2011 echt iets te bereiken.”

U noemde ISO 26000 en de GRI-richtlijnen (Global Reporting Initiative). Wat is het verschil tussen die twee?
“ISO 26000 is geen certificering, zoals de bekende ISO-normen, maar een totaalbenadering om MVO systematisch aan te pakken. Daarmee bedoel ik visie, beleid, de rol van de stakeholders, transparantie, openheid en typische MVO-aspecten zoals arbeidsomstandigheden en CO₂-uitstoot. De GRI-richtlijnen zijn vergelijkbare instrumenten, maar dan specifiek voor de verslaggeving over die onderwerpen.”

En wat is ‘lerend netwerken’?
‘Lerend netwerken’ wordt door MVO Nederland zelf aangeboden. Het is prettig om met andere organisaties van gedachten te wisselen over de visie op en implementatie van duurzaamheid en elkaar te inspireren. Dat doen we in grotere en kleinere bijeenkomsten, maar ook in de vorm van doorverwijzing naar andere bedrijven of instanties die ook met een bepaalde probleemstelling bezig zijn of een ‘best practice’ zijn.”

Wat is uw wens voor de komende jaren?
“In het algemeen staat de publieke sector nog aan het begin van een duurzaam beleid. Duurzaamheid is ook een zaak van de lange adem. Maar misschien zijn volgend jaar sommige aspecten al wel terug te zien in de jaarverslagen. Over een jaar of vijf is duurzaamheid vanzelfsprekend, althans, bij organisaties die meedoen aan de Kordescompetitie.

Ik adviseer om duurzaamheid aan te pakken in de volgende stappen: wees je bewust dat het bij MVO om een totaalbenadering gaat maar dat kleine concrete stappen vaak het beste werken. Inventariseer  wat je allemaal al doet – vaak meer dan je denkt – en formuleer dan beleid zowel gericht op het milieu als op de menskant van je organisatie. Voor een totaalbenadering is ISO 26000 een goede leidraad, maar je kunt ook eerst met een beperkte aanpak beginnen. Leg vervolgens verantwoording af met behulp van de GRI-richtlijnen. En deel je ervaringen met anderen via – of stel je vragen rechtstreeks aan – MVO Nederland.

Duurzaamheid is een zeer motiverende factor voor stakeholders zoals medewerkers, studenten en patiënten en levert vaak veel onverwachte besparingen op. Het brengt het beste bij mensen boven. Je verbindt een publiek doel met het eigen handelen. Dat geeft veel energie, en de organisatie wordt er uiteindelijk klantgerichter en ‘beter’ door.”