Transparantie wordt in het bedrijfsleven vaak geassocieerd met een maatschappelijke verplichting tot rapporteren aan de samenleving. Zowel het grote publiek als NGO’s, media en politiek willen steeds indringender weten hoe producten worden gemaakt, wat hun milieu-impact is, of er sprake is van verantwoorde arbeidsomstandigheden en hoe bonussen zijn geregeld.

Deze ontwikkeling is al geruime tijd gaande en zal zich ongetwijfeld voortzetten. Hoewel bedrijven deze ‘nieuwsgierigheid’ soms ook als belastend ervaren heeft het weinig zin je hier tegen te verzetten.

Veel beter is het, om de roep om transparantie als een kans te zien. Een kans die leidt tot meer inzicht in de keten, tot onverwachte kostenvoordelen, tot nieuwe producten en tot nieuwe coalities. Aldus wordt transparantie een bron voor innovatie en versterkt zij de businesscase. Steeds meer bedrijven voeren daar een actief beleid op. Dat geldt voor grote bedrijven als Unilever, DSM, Philips en Alliander maar even goed voor MKB koplopers als afvalbedrijf De Meerlanden, woningcorporatie Wonion of de zuivelcooperatie Cono.

Greenwashing vs echte transparantie

Transparantie kan op verschillende manieren gestalte krijgen. Een MVO-verslag is een goede manier om uitvoerig in te gaan op alle aspecten van de drie P’s van people, planet en profit. Maar ook via hun website, verpakkingen, reclame en persberichten kunnen bedrijven inzicht bieden in hun maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Vaak is de kritiek dat bedrijven in hun verantwoording selectief te werk gaan. De kritiek op allerlei vormen van green washing neemt dan ook toe.

Sinds vorig jaar is de internationale MVO-richtlijn ISO 26000 een goed hulpmiddel om MVO op een integrale en eerlijke manier op te pakken en je van daaruit te verantwoorden. Hoewel MVO zowel met als zonder ISO 26000 op een integrale manier kan worden geïmplementeerd, verwacht ik dat de belangstelling voor ISO 26000 in de komende tijd sterk zal toenemen.

Omdat de richtlijn geen keurmerk is kunnen bedrijven die ISO 26000 hebben toegepast hier geen reclame mee maken. Om toch tegemoet te komen aan de begrijpelijke wens om bekendheid te geven aan de implementatie van ISO 26000 is de methodiek van de Zelfverklaring ontwikkeld. Met deze zelfverklaring kunnen bedrijven aan derden laten weten dat zij MVO integraal in hun organisatie hebben verankerd. NEN heeft daartoe een publicatieplatform ISO 26000 geïntroduceerd waarop bedrijven die deze zelfverklaring hebben ingevuld vermeld worden.

MVO Nederland ziet dit publicatieplatform als een welkome aanvulling op de weg naar meer transparantie over MVO.