In Trouw van dinsdag 13 december jl (klik voor het gescande artikel) analyseert Wijnand Duyvendak de actuele situatie rond het klimaatbeleid en de rol van de duurzaamheidsbeweging daarin. Zijn stelling is dat de sector naïef is door zich alleen te focussen op koplopers. Er zal meer moeten worden samengewerkt en men zal de weg naar de economische macht moeten zoeken. Ik ben het met zijn pleidooi volledig eens. Het voordeel van een koploperstrategie is dat die inspireert en absoluut nodig is om de verandering op gang te brengen, en te houden. Daarmee is zij wel belangrijk. Maar zij volstaat niet om de grote doelen te bereiken. Daarvoor is inderdaad nodig dat er meer wordt samengewerkt en dat de verbinding met de mainstreamwereld en de macht wordt gemaakt.

En dat gebeurt inmiddels ook. MVO Nederland, IUCN en Stichting Natuur en Milieu volgen die strategie. Dat heeft al geleid tot goede samenwerking met VNO-NCW op het gebied van duurzaam inkopen door de overheid en het belang van biodiversiteit voor de economie. Natuur en Milieu en MVO Nederland zijn om die reden ook toegetreden tot de Green Deal waarmee VNO-NCW en het kabinet groene groei willen stimuleren. Daarnaast werken natuur- en milieuorganisaties als Wereld Natuur Fonds, Natuur en Milieu en Dierenbescherming steeds vaker nauw samen met een snel groeiend aantal grote bedrijven om daar de bedrijfsprocessen te verduurzamen. De eerste stappen worden dus gezet. Natuurlijk is er veel meer nodig om een echte vergroening van de economie te realiseren. Om die reden moet het pleidooi van Duyvendak met kracht worden omarmd.